Altijd strijd met je kind? Maak er een feestje van!

19.10.2017 13:55

Er komt een moment dat die lieve, schattige, brave baby, opeens een eigenzinnige koppige peuter of kleuter is geworden. Met een hele sterke eigen wil. Dat is normaal en heel vaak ook best wel leuk, maar soms ook heel erg moeilijk.

Ik kan me het nog zo goed herinneren: het moment dat mijn oudste voor het eerst een driftbui had. Woest krijsend stortte hij, voor mijn gevoel uit het niets, ter aarde omdat ik hem een tweede Nijntjekoekje had ontzegd. Briesend en met het schuim op zijn lippen rolde hij over de grond, als ware hij bezeten. En ik? Ik was zo verbijsterd dat ik aan de grond genageld stond. Wist absoluut niet wat me overkwam en, belangrijker nog, wat ik eraan moest doen. Het was het startschot voor jaren van strijd. Over, tja, over wat eigenlijk níet? Want kleine kinderen hebben een een tijd lang eigenlijk maar één doel: hun punt maken. Koste wat het kost. Tot ze er, letterlijk dus, bij neervallen. Dat hoort erbij, sterker nog, het is zelfs gezond. Niet dat ze altijd hun zin moeten krijgen, maar het is belangrijk voor hun emotionele ontwikkeling om hun grenzen op te zoeken en daarmee om te leren gaan. Helemaal normaal en niks om je zorgen over te maken (en na die eerste keer schrik je er ook niet meer zo van), maar leuk is anders. Heel veel ouders hebben jarenlang heel veel strijd met hun kind. Over eten, over slapen, over poepen, over opruimen, over rode of blauwe bekers, over of het regent of niet (empirisch aantoonbaar bewijs doet er weinig toe) en over Nijntje koekjes. En, nou ja, dat doet zo weinig voor de sfeer.

Want hoewel we allemaal weten dat het erbij hoort en dat we eigenlijk weinig aan moeten trekken van dat gedreins en gedram, is het met een recalcitrante peuter toch behoorlijk lastig om niet in een negatieve spiraal terecht te komen. Ouders zijn namelijk ook maar mensen en op een gegeven moment heb je het gehad en is, na de zoveelste driftbui of stronk broccoli die uit protest woedend op de grond gesmeten wordt, je engelengeduld gewoon toch op. En voor je het weet word je op een ochtend wakker en realiseer je je dat je eigenlijk alleen nog maar aan het berispen en aan het straffen bent. Dat je eigenlijk altijd geïrriteerd bent en bij het minste of geringste al op de hoogste kast zit. En daar raakt je kind vervolgens weer gestresst van, waardoor ‘ie alleen nog maar erger z’n kont tegen de krib gaat gooien, want dat is nog zo’n onvolprezen kwaliteit van kinderen: ze voelen alles haarfijn aan. Waardoor er vervolgens alleen nog maar meer bekers melk over tafel gaan en blokken Duplo door de kamer vliegen. Et voila: lekker draaien in de vicieuze cirkel. Beetje jammer.

Ik weet er alles van, want ik heb er inmiddels al twee dikke peuterpuberteiten op zitten en mijn dreumes waant zich twee jaar ouder dan ze is, dus het Grote Uitproberen is wederom begonnen. Maar inmiddels weet ik: met vechten ga je de oorlog niet winnen. Het uithoudingsvermogen van de peuter is namelijk vele malen steviger dan dat van jou. Beter is het daarom om je kind met slimme trucs om de tuin te leiden en de illusie te wekken dat het z’n zin krijgt, terwijl eigenlijk jij, de ouder, degene bent die aan het langste eind trekt. Wie niet sterk is, moet tenslotte slim zijn. En aangezien het brein van een klein kind nog niet uitgegroeid is en dat van jou wel, sta je wat dat betreft dus altijd minstens 3-0 voor. De crux: maak van die strijd een feestje. Oftewel, om maar even een modernistische ouderschapsterm te gebruiken, omdenken. Probeer je te verplaatsen in de belevingswereld van je kind en redeneer vanuit díe visie. Draag vanuit dát oogpunt alternatieven en compromissen aan. Hoe je dat precies kunt doen, lees je in het gratis te downloaden boekje met Heppie-tips van de Cliniclowns. Bijvoorbeeld: heb je er genoeg van dat je kind altijd maar zijn bord op de grond keilt? Maak een spelletje van het eten. Slurp samen spaghetti, meet wie de langste slierten heeft en de kans is groot dat je kind dat zo leuk vindt dat ‘ie zo z’n halve bord leeg heeft zonder dat er iets op de grond terecht is gekomen. Of doe een hardloopwedstrijd met je peuter die de neiging heeft om weg te lopen. Je bent niet alleen sneller bij de supermarkt, maar de lol van er vandoor gaan is er snel vanaf als mama toch altijd sneller is.

Je denkt er misschien niet meteen aan, en wellicht lijkt in eerste instantie ook wel wat gekunsteld en vooral, als een hele hoop gedoe waar je als volwassene gewoon niet zo heel veel zin in hebt. Want eigenlijk wil je gewoon dat je kind naar je luistert, toch? Ik in ieder geval wel. Maar wat ik ook heb geleerd is dat kinderen en volwassenen gewoon in hele verschillende werelden leven. En je kunt ook niet van een Chinees verwachten dat ‘ie je verstaat als je in het Nederlands tegen hem begint te praten, toch? Je zult je best moeten doen om tot elkaar te komen, je communicatieproblemen te overwinnen, op een manier die voor jullie allebei werkt. En met een beetje inleven kom je dan echt al een heel eind. Want praten met handen en voeten is helemaal niet erg, zolang je elkaar uiteindelijk maar begrijpt. En daarnaast: als je je daarvoor open stelt, kun je zomaar een hele hoop van elkaar leren. Want weet je, er kan zomaar een wereld voor je open gaan.

Heb jij ook geen zin meer in strijd met je kind? CliniClowns kan je helpen. Hun E-book ‘Heppie tips’ biedt 9 grappige en handige tips voor ouders om je gezinsleven leuker te maken. Je kunt het gratis downloaden via hun website en ontvangt het dan gelijk in je inbox. Vertel ook anderen erover en help zo niet alleen andere ouders, maar ook de CliniClowns. Door ze meer bekendheid te geven, waardoor ze hun werk voor kinderen in ziekenhuizen voort kunnen zetten.

 

 

CliniClowns is altijd op zoek naar nieuwe donateurs. Laat jij een zieke kinderen ook ontspannen, lachen en genieten? Klik hier en geef vandaag nog een bijdrage. Dit bericht is voortgekomen uit een samenwerking met CliniClowns, maar de inhoud ervan is van onszelf.