10 streken die je peuter sowieso gaat uithalen

20.04.2023 05:00

Heb je een (bijna) peuter in huis? Dan kun je er vrij zeker van zijn dat hij deze 10 peuterstreken een keer gaat uitvoeren. Of misschien maakt-ie er al dagelijkse routine van?

  1. De stervende zwaan uithangen. Bij voorkeur in de supermarkt, als jij besluit geen chips te kopen. Of op straat, als je peuter besluit niet meer in het voorzitje te willen (of juist nog niet in het achterzitje). Typisch stervende zwaangedrag: languit op de grond liggen, getergd kijken en er al dan niet bij huilen.
  2. De luierstriptease. De peuter die geen luier meer aan wil, wie kent ‘m niet? Maar uiteraard willen ze óók niet op het potje. Wat ze wel willen? Naakt rondrennen. Houd de dweil maar vast gereed – tenzij je over een ijzeren houdgreep beschikt om de peuter weer in een kledingstuk te krijgen.
  3. Buiten de lijntjes kleuren. En dat in de breedste mogelijke zin van het woord. Denk: de keukentafel, je nieuwe parket, de muur of de leren bank in je vakantiechalet. Meestal met balpen of onuitwisbare stift.
  4. Iemand anders de schuld geven. Wie heeft er in het bad gepoept? Je peuter niet uiteraard. Dat heeft de poes gedaan, of de baby, of de pop, of… of…
  5. Het potje omkieperen. Heeft je peuter het wél netjes op het potje gedaan, dan wordt dat potje sowieso minimaal één keer in het peuterleven náást de pot leeggekieperd. Want natuurlijk wil de peuter dat wel ‘self doen’. Met een niet te stuiten enthousiasme en onhandigheid.
  6. In zomerkleren naar buiten in de winter (of andersom). Je hebt nog geen echte peuter in huis als je niet minstens één keer de deur uit bent geweest met een volkomen underdressed of overdressed Sandaaltjes als het tegen het vriespunt aan is, regenlaarzen op een warme zomerdag, of met het zadelhoesje van je fiets op z’n hoofd.
  7. Proberen jou de les te lezen. Peuters doen jouw gedrag na en jij hebt een peuter in huis, dus zeg je heel vaak nee. Tel één plus één bij elkaar op en je hebt een peuter die jou vertelt wat je wel en niet mag doen. Bij voorkeur met een zwaaiend vingertje erbij en een overtuigend ‘nee mama, dat mag niet’.
  8. Niet eten. De ene dag is je peuter dol op appelmoes, de volgende dag weigert-ie ook maar één hapje appelmoes te nemen. Laat staan broccoli. Incidentele hongerstaking is een normaal gegeven in het leven van de peuter.
  9. De monsterdriftbui. Een beetje peuter heeft minstens één keer in zijn leven (maar meestal vaker) een monsterdriftbui. Zo eentje waarvan je vreest dat de buren de politie gaan bellen. Die nooit meer op lijkt te houden. En waar niks tegen helpt. Soms blijven ze erin, net zolang tot ze uitgeput in slaap vallen. Om na een tijdje weer wakker te worden alsof er nooit iets is gebeurd.
  10. Iets slopen. Meestal niet expres, maar je peuter gaat sowieso een keer iets stuk maken wat jou dierbaar is. Je laptop bijvoorbeeld. Of je telefoon. Of je favoriete kopje. Alles kan kapot, en het kan kapotter dan je denkt. Maar in ruil krijg je dan wel weer duizend natte zoentjes. Omdat een peuter zich ook al een heel klein beetje in jou kan verplaatsen. Maar alleen als het zo uitkomt natuurlijk.

LEES OOK: 10 onverwachte voordelen van peuters ten opzichte van baby’s