11 opvoedkundige regels die ik overboord heb gegooid

19.01.2023 07:00
opvoedkundige regels

Franke zou het heel graag goed doen, precies volgens de boekjes. Maar ai, ai, ai, soms is ze zo’n ruig beest dat ze zich niks aantrekt van de opvoedkundige regels van deze moderne tijd. Franke, ga je schamen!

 Lees ook: Wat voor type opvoeder ben jij? Check het hier.

  1. Borstvoeding is het beste voor je baby
    Dat het gouden goedje zélf beter is dan poeder uit een pak, daar kan ik nog inkomen. Het is immers vers, warm, en volledig afgestemd op je baby. Maar of het voor mijn baby’s beter was dat mama elke dag huilend onder de douche ontstekingen stond weg te werken en te voeden met een washandje tussen haar tanden geklemd om de pijn te verbijten? Mwah.
  2. Een baby kun je rustig laten huilen
    Het had me maanden slaaptekort kunnen schelen als ik mijn baby’s in slaap had laten huilen. Ik veroordeel niemand die het kan, maar mij lukte het gewoon écht niet. Noem het zwak, maar ik kreeg er gewoon echt hartkloppingen van. Als ik dan mijn baby’tje aaide, gingen die hartkloppingen weer weg. Dus, ja…
  3. De baby slaapt op de kamer, maar wel in zijn eigen bed
    Was ook handig geweest. Maar die baby naast me op mijn kussen vond ik nóg gezelliger! Ook toen de baby een peuter werd. En kleuter. Soms moet ik gewoon uit het niets kokhalzen van chronisch slaapgebrek. Dat dan weer wel. Maar aan de gezelligheid zal het niet liggen in ieder geval.
  4. Rust, reinheid, regelmaat
    Rust? Puk (5) en Olle (2) maken samen soms zo’n takkeherrie, dat de rust ver te zoeken is en ik inschat dat mijn rust pas over een jaartje of 10 wederkeert als die twee als verlepte pubers op de bank gaan hangen. Reinheid? Ja, dat wel, want ik ben een gevalletje smetvrees. Regelmaat? Door de weeks zéker, maar in het weekend dan weer niet. Hier scoor ik op een schaal van 1-10 een 7.2, denk ik. Best een goed cijfer. Toch?
  5. Je kind altijd positief benaderen
    Geen nee zeggen en altijd positief zijn, dit is een van de weinige regels waar ik gewoon echt niet in geloof. Hoe gaat je kind dat doen in de buitenwereld als-ie het woordje ‘nee’ niet kent? Dus hier is nee gewoon nee en niet een verhulde nee. Nee tegen vier ijsjes op een dag, nee tegen een peperduur speelgoedje waar niet mee gespeeld gaat worden, nee tegen alleen naar school fietsen als je vijf bent. Lekker duidelijk.
  6. Wees consequent
    Deze probeer ik wel, maar lukt niet altijd. Tegen vier ijsjes op een dag zeg ik dus nee, tenzij ik dronken in een strandtent zit en ik die kids lekker van alles gun en YOLO enzo. Nou ja, dan is vier alsnog een beetje overdreven, maar de twee halen we dan best.
  7. Geef complimenten over talent, niet karakter
    Ik probeer het echt: ‘Wat een mooie tekening heb je ge-maakt.’ Maar soms floept er zomaar uit: ‘Wat ben je toch een heerlijk wijffie/ventje! Mama is dól op je.’ Ja, ik weet het, ik ben verdorven tot op het bot.
  8. Wees eerlijk
    ‘Nee, mama heeft geen koekje in haar mond, echt niet.’ Tuurlijk wel, maar dat hoeven die koters niet te weten. Zeker niet als ze op het punt staan te gaan slapen, en ik die bolle kinderbuikjes niet de hele nacht wil laten gisten op een chocolate chip cookie (pardon, ik bedoel natuurlijk een spelt- en suikervrije appelsnack).
  9. Laat je kind niet teveel op een schermpje kijken
    Och, och, die schermpjes. Ze kijken nét iets langer dan de aanbevolen 15 minuutjes per dag. Klein beetje maar, hoor. En jee, zodra de eerste zonnestralen zich laten zien, zijn we buiten. Maar tot die tijd hangen we binnen; Netflix, knutselen, kleien, ganzenbord, Uno. Meisje Djamila sleept ons door het laatste restje winter heen. Och, wat ben ik meisje Djamila dankbaar…
  10. Verwen je kind met liefde, niet met spullen
    Ik kan er niets aan doen. Maar bijvoorbeeld. Dan staan we in de sigarenboer om postzegels te kopen. En dan zie ik twee paar droopy-ogen smachtend van verlangen kijken naar een Cars-tijdschrift en Anna en Elsa-kleurboek. En dan heb ik dus de ruggengraat van een oester, want die boekjes gaan dan mee naar huis. Slap, slap, slap. I know.
  11. Geef het goede voorbeeld
    In het verkeer kan ik vloeken als een bootwerker. Mensen die voordringen op de afslag Overtoom op de A10, bumperklevers, slakken: ik gooi niet meteen mijn middelvinger in de lucht, maar toen mijn dochter eens papegaaide: ‘yo, slome, opzouten!’ krabde ik mezelf wel even achter de oren. Oeps!

En, waar laat jij het soms liggen?