Een woede-aanval tijdens de ochtendspits (en hoe je die kunt voorkomen)

25.05.2020 05:00

Barbara ging, toen haar kinderen klein waren, soms helemaal uit haar dak. Dat was niet fraai. Ze weet ook hoe je wél moet reageren als je kinderen het bloed je onder de nagels vandaan halen, alleen: dat lukt niet altijd. Destijds schreef ze over wat ze fout deed, en hoe het beter kan.

LEES OOK: Mijn gedroomde ochtendspits versus de praktijk

Vanmorgen ben ik helemaal uit mijn dak gegaan. Ik schaam me nog steeds, maar ik deel het toch. Het begon met Morris (2) die alleen maar huilde, terwijl ik probeerde een ontbijtje te maken, de broodtrommels te vullen en mezelf te fatsoeneren (kansloos). “Mamma tillen!!” “Mamma knopje drukken!!!” (van het espresso-appraat). “Mamma eendje kijken!!!” (als ik probeerde op de laptop een berichtje op Facebook te zetten – ook kansloos).

Dus terwijl ik heen en weer liep van het aanrecht naar de tafel om de kinderen te bedienen, hing Morris de hele tijd gillend aan mijn benen, wat het best een uitdaging maakte om niet tegen een tweejarige “GODVERDOMME!” te roepen. Er viel een glas melk om, er ging een scheut thee over de rand, ik kon mijn nette jurk weer inruilen voor een schoner exemplaar. Ik had die ochtend een afspraak waarbij ik een grote klus moest proberen binnen te halen en meteen daarna 52 kilometer verderop een spannende overname met allemaal toeters en bellen. Maar ik gaf geen krimp.

En toen begon nummer twee. “Felix, wil je je gaan aankleden?” “Wacht even.” “Waarop? Het is tijd, ga je aankleden!” “Ik wil eerst dit uitlezen!” Ik propte broodtrommels in rugzakken en controleerde de rest van de tas-inhoud, ik verschoonde een poepluier en toen ik bovenkwam zat meneer nog steeds in zijn Donald Duck. “FELIX KLEED JE AAN!” “Wacht even, zei ik toch!?” “Dat is een uur geleden! KLEED JE AAN. NU!!!” “Okee, okee!” En daar ging-ie. Tergend langzaam. “Wel godverdomme, en nu ga je je aankleden en anders mag je vanavond niet op beeldschermen.” “Nou lekker dan, omdat jij zo stom bent, stommerd!” “En geen zakgeld!” “Je bent een rotmoeder!! Ik haat je!!!”

Pfffff. Er volgende een worsteling, ik probeerde hem uit een pyjama te krijgen en in een broek, maar hij werkte niet mee, dus nadat ik twee keer was omgevallen en het inmiddels bijna kwart over acht was gebeurde het: “Jij Godverdomme altijd met je gezeik, altijd moeilijk doen jij! Ik trek dit niet meer. Je moet godverdomme eens normaal gaan doen!” Ik schaamde me kapot. Meteen. Ik schrijf ook maar niet op hoe hij reageerde, want dat was niet fraai – maar ik neem de schuld op me. Ik had dit niet moeten doen. Onderweg naar school flitsten de opvoedkundige dingen door mij heen die ik de laatste jaren heb geleerd. Wat ik volgende keer moet doen (behalve niet schelden en geen fysiek geweld gebruiken):

1) Geen laptops bij het ontbijt
Niet meer proberen te werken als de kinderen er nog zijn. Desnoods als het echt moet even op de wc met de iPhone, maar geen laptops open aan het ontbijt, ook al ben je een blogger. Er komt bijna altijd stress van.

2) Begrip tonen
Hoe zou jij het vinden als je lekker de krant aan het lezen bent en je man zegt opeens: NU gaan we. Dan wil jij ook even de krant uitlezen. En als hij dan weer even wat anders gaat doen, lees je verder. Dus daar moet je volgende keer meer op inspelen, hoe lastig ook.

3) Niet meteen gaan straffen
Straffen is lekker, voor moeders, maar het werkt op zo’n moment niet. Want daar worden ze echt alleen maar bozer van. Denk je nou echt dat ze dan denken: ‘Oeh – ik ga me snel aankleden anders komt er nog een straf, en weet je: ze heeft eigenlijk wel gelijk, ik zou beter naar haar moeten luisteren.’ NEE! Maar dat is wel wat je wilt bereiken. Dan maar beter dat softe stemmetje dat je niet altijd kunt opbrengen maar dat wel werkt: “Ik zie dat je nu liever de Donald Duck wilt lezen, dat snap ik ook, maar we hebben haast en we moeten naar school. Kleed je nou maar snel aan, dan stop ik nog een verrassing in je rugzakje voor bij de overblijf.” Iedereen gelukkig.

4) Nooit onzeker maken
Het ergste vond ik wel dat ik dat ‘jij altijd met je gezeik’-zinnetje had uitgesproken. Het is een verschrikkelijk eigenwijs jochie, maar ook onzeker. En het is aan mij om dat er zo veel mogelijk uit te krijgen. Ik ben tenslotte zijn moeder. Ik had dus moeten zeggen dat hij nu niet zo moeilijk moest doen, maar het niet over zijn hele persoonlijkheid uitsmeren. Nooit meer.

Toen we buiten stonden, gaf hij mij een handje en vroeg hij: “Mama, wil je me vanavond na de Avondvierdaagse weer een voetmassage geven?” “Ja hoor schat, doe ik.” Onderweg naar al die belangrijke afspraken die ik goed moest voorbereiden dacht ik alleen maar aan die kleine voetjes en hoe je die het lekkerst kon masseren. Want zo zijn moeders dan ook wel weer.

LEES OOK: Eerst op cursus, dan pas een kind – alle aanstaande ouders op ‘ouderschapsgym’.

Niets meer missen?
Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!