En toen had Esmay d’r zoontje aarsmaden

25.05.2020 17:30

Renée dacht dat ze al veel gore dingen mee had gemaakt met haar twee kinderen. Tot er afgelopen week een wit wormpje uit de kont van haar zoontje kroop. Diagnose: aarsmaden.

Mijn moeder gaf me vroeger rauw gehakt. Niet om me te mishandelen, maar omdat zij dat vroeger ook van haar moeder kreeg. Als zijnde snack. Als ze balletjes stond te draaien voor de soep, stonden mijn broer, zus en ik gegarandeerd te bedelen om een beetje rauw gehakt. Ik schaar dat nu maar onder het kopje: ze wist niet beter. Ongetwijfeld heb ik zelf ook ooit wormpjes gehad als kind. Al wist mijn moeder er niets (meer) van. Ik geef mijn kind geen rauw gehakt meer. Wel speelt hij op school in de zandbak, die ‘s nachts het domein is van urinerende katten. Ook stopt hij, al is hij vier, nog de hele dag zijn vingers in zijn mond. Ja, uhl, ook na het spelen in diezelfde zandbak. Dus had ik niet verbaasd hoeven zijn, en toch zat ik tegen het plafond toen dit gebeurde:

Lees ook: Waarom doen we in vredesnaam zo hysterisch over luizen?

Het was een dinsdag. Ik vergeet het nooit meer. De dag van de aarsmaden. Ze waren met hun vader in bad geweest en ik voorzag mijn kroost van luiers. Mijn oudste zoon heeft een tijdje zonder geslapen, maar het ging me nog net iets te vaak mis. Dus doe ik hem, uit pure luiheid, weer een luier om wanneer hij gaat slapen. Na tien keer roepen ging hij eindelijk op bed liggen. Het duurde zo lang, want hij moest nog even poepen. Nou ja, even. Mijn kinderen nemen daar altijd uitgebreid de tijd voor. Toen hij eindelijk klaar was, kont afgeveegd en alles, kwam hij wijdbeens voor me liggen om die gehate luier om te doen. En toen zag ik iets waar ik week lang door van slag was. Ik keek toe hoe een wit wurmpje zijn onschuldige, kinderkontje in kroop. Waarschijnlijk eruit geduwd tijdens het poepen. Hij wilde terug naar huis, naar zijn vriendjes. Ik heb niet meer gekotst sinds ik zwanger was, maar echt, het kotsen stond me nabij. Niet alleen dat ene glibberige, witte beestje, maar het idee dat er van binnen een hele familie zat. Ik gilde het uit. Mijn zoon schrok. Ik vertelde in het Engels aan mijn man wat ik gezien had, mijn zoontje bleef maar vragen ‘Wat, mama? Wat, mama?’ Ik verzon razendsnel een slechte smoes. Iets over wat ik iets vergeten was. Want ik wist: als hij weet dat er wormpjes in zijn lijf zitten, wordt hij gek. Net zo gek als ik werd van het idee. En dan was het nog niet eens mijn lijf.

En wat doe je dan? Ja, googelen, natuurlijk. Dat maakte het hele voorval nog veel erger. Ik zal, om jullie nachtrust te sparen, niet delen wat je vindt als je op ‘wit wurmpje kont kind’ zoekt. Aarsmaden, was al snel de conclusie. Ik was ook nog zo stom om op Afbeeldingen te drukken in Google. Mijn man racete, amper aangekleed, naar de lokale drogisterij, scoorde pillen voor het hele gezin. Want blijkbaar is die shizzle zo besmettelijk als maar kan. Pil erin en de beestjes zijn binnen 24 uur dood. Een paar weken later nog een pil om ook de eitjes de nek om te draaien. Nietsvermoedend ging mijn zoontje (met wormpjes en al) lekker slapen in zijn bed, dat ik de volgende morgen als een gek ging verschonen.

Ik, daarentegen, deed geen oog dicht. Ik heb een week lang standaard kippenvel op mijn armen staan van walging. Ik ontleedde de poep van het hele gezin dagenlang op zoek naar bewijsmateriaal van nieuwe besmettingen. Alleen mijn man weigerde aan dit onderzoek mee te werken. Ik waste mijn handen en die van mijn kinderen tot de korsten erop stonden. En ik droomde, echt waar, dat ik aangevallen werd door witte beestjes. Toen ik in diezelfde week een paar volle luiers in de bruine bak gooide en daar, dankzij de zon, volop maden aantrof, kreeg ik een halve beroerte. En ik concludeerde: krioelende witte beestjes zijn het vieste wat er is. Met stip op nummer één: witte beestjes die graag in billen kruipen. Of eigenlijk moet ik zeggen: kinderen hebben is echt het vieste wat er is.

Lees ook: Zo vies zijn kinderen. En wij – helaas – ook.