DIT zijn de zeven fasen van een autorit met kinderen

06.05.2016 05:00

De meeste gezinnen zitten regelmatig met elkaar in een auto. En dat levert de nodige interessante toestanden op. Renske beschrijft de zeven fasen van een autorit met kinderen. En geeft meteen belangwekkende tips.

Lees ook: 12 Survivaltips voor de Autoroute du Soleil

Ik zou hier natuurlijk gewoon een foto van een hysterische aap in een autostoeltje kunnen plaatsen, maar buiten het feit dat die foto waarschijnlijk niet bestaat (hoewel) doe ik dat maar niet, want ik wil niemand afschrikken. Daarom bij deze: de zeven verschillende fasen van een autorit met kinderen.

Fase 1: het besluit is genomen. Jullie gaan met de auto naar oma/naar Zuid-Frankrijk. En de baby(‘s)/peuter(‘s) kunnen nou eenmaal niet met de trein, dus je treft de nodige voorbereidingen. Is er voldoende proviand? Is er drinken? Is er SAP!!! Is de dvd van Peppa Pig mee? Zijn alle belangrijke knuffels mee? Zijn er luiers? Kotslappen? Alles ingepakt? Nou, daar gaat-‘ie dan.

Tip: Kies voor een positieve instelling! Want dat helpt! En als het niet helpt, dan het helpt toch!

Fase 2: het plaatsen van het kind/de kinderen in de autostoeltjes. Dit gaat natuurlijk de ene keer wat beter dan de andere keer. Soms ben je opeens ernstig in gevecht met de autoriem die om het autostoeltje heen moet. De andere keer ben je opeens ernstig in gevecht met de peuter, die bedacht heeft dat-‘ie voorin wil zitten. Hoe dan ook, het moet en $#%$* zal je lukken. En jawel hoor, uiteindelijk zit het kroost in de stoeltjes achterin, hieperdepiep hoera.

Fase 3: je neemt vol goede moed plaats achter het stuur. Dit keer ga je je namelijk NIET laten kisten. Dit keer ga je NIET stoppen bij een tankstation. Of – indien je bijrijder bent – achterin zitten. De buren zitten ook gewoon allebei voorin. Dus kom op zeg. Je gaat niet onder doen voor de buren.

Fase 4: er begint iemand te klagen, want Peppa Pig is vastgelopen. Je wurmt jezelf in een werkelijk onmogelijk hoek om de dvd-speler op de achtergrond te kunnen bedienen. Het lukt, want je bent namelijk superlenig, superaardig en superOlympisch.

Fase 5: de baby huilt dus echt als een gek. Je zoekt (wederom met je Olympische arm) naarstig naar de speen, die in godsnaam ergens in de maxi cosi moet zwerven. Terwijl je heel hard zoekt weet je dat ‘ie uiteindelijk toch niet zal helpen, maar hey, het gevoel dat je iets probeert geeft een mens toch kracht.

Fase 6: je zet de auto toch langs de kant van weg. Want dit is de hel. Deze mate van geluidsoverlast is namelijk levensgevaarlijk voor iedereen. Het doel? De peuter zo streng mogelijk toespreken / de dvd-speler maken / het knuffelkonijn pakken dat naar een onbereikbare plek is gerold / eten geven aan de baby.

Belangrijke tip: moet je dus wel eten bij je hebben. Toen ik geen borstvoeding meer gaf heb ik namelijk wel eens de flesvoeding thuis laten liggen. Omdat ik dacht dat het toch maar een kort ritje zou zijn. STOMSTOMDUIZENDKEERSTOM. We kwamen in een vreselijke file te staan. En baby B. kreeg zo’n ontzettend afschuwelijke hongerklap dat ik uit pure wanhoop de avocado (die ik nog in mijn tas had zitten, lang verhaal) snel heb zitten voorkauwen, zodat hij toch nog iets te eten had.

Fase 7: aankomst. Jullie hebben het gehaald! Het is fantastisch. En weet je, eigenlijk viel het allemaal wel mee. Eigenlijk was het zo’n ramp niet. Eigenlijk zijn je kinderen best heerlijke hoepesnoepers of snoezepoezers of hoe je ze ook noemt. En het is ook niet niks, zo’n lange rit. Bovendien is het ALTIJD, maar dan ook echt ALTIJD beter dan vliegen met kinderen. Toch?

Lees ook: 40 dingen waar moeders blij van worden