Overal die elastiekjes… hoe lang duurt deze hype nog?!?

08.07.2014 11:19

Worden jullie ook al gek van al die elastiekjes in huis? En kun je je niet meer vertonen zónder het armbandje dat je dochtertje gisteren voor je heeft gemaakt (en die van eergisteren en de dag ervoor en de dar daarvoor…)? Dan hebben we goed nieuws: deze rages gingen ook weer zó voorbij. Ook wel jammer….

Sinds een aantal weken buk ik me tijdens het opruimen ongeveer een hernia om uit alle hoeken en gaten talloze gekleurde, piepkleine elastiekjes te plukken. Hét bewijs van de nieuwste rage waar dochter Zoé (6) volledig door is gegrepen: loomen!

Voor degenen met kinderen boven de 4 jaar, die dit fenomeen nog niet kennen (ik kan het me bijna niet voorstellen) even een korte uitleg: bij loomen gaat het erom dat je van pietepeuterig kleine elastiekjes een armbandje maakt. Of een ‘jurkje’ of een cupcake. Maar vooral armbandjes eigenlijk. En dat gebeurt dan door een priegelige haaktechniek, en dat is MEGA verslavend.

Ik moet bekennen dat ik laatst ook bijna een uur stuk sloeg toen ik eenmaal de slag te pakken had. Ik werd er heel relaxt van, want het is zo’n monotone actie dat je niks anders kunt dan ontspannen. Kortom: ik snap die kinders wel.

Dat hele loomen deed me terugdenken aan de rages waar ik als kind – en dan hebben we het over de tijd dat Twix nog gewoon Raiders heette – volledig in op ging. En ineens kwamen er een heleboel kortstondige obsessies boven, waar ik echt nooit meer één seconde aan had gedacht.

Want ken je deze bijvoorbeeld nog?

* De slimey: een vieze, geelgroenige, snotachtige substantie die je eindeloos door je handen liet gaan. Verder kon je er he-le-maal niks mee. Hoog ‘ieeewww-gehalte’ en meestal was de fake snot na een paar uur zó smerig, dat de homp uitgerangeerd in een hoek werd gekeild.

* Lolobal: een bal die ‘gevangen’ zat in een hard plastic cirkel. Je zette je voeten op het plastic en ging dan een beetje springen als een kangaroe. Tegelijkertijd springtouwen verhoogde de pret én uitdaging.
Schijnt tegenwoordig gewoon nog te koop te zijn.

* ‘Klaparmbandjes’ – een hard, langwerpig rechthoekje dat, wanneer je het tegen je pols aantikte, omklapte als een armband. Vaak na een tiental keer zo lam dat je er niks meer mee kon beginnen.
Schijnen aan een revival bezig te zijn.

* Plopper: dat ding herinner ik me als een soort rubberen, halve tennisbal, die je binnenstebuiten keerde en dan op de trap zette. Na een aantal seconden schoot ‘de plopper’ dan weer terug naar zijn originele vorm. Toen er ineens wilde verhalen gingen over kinderen die hun oog hiermee vacuum zogen, stierf de rage een vroege dood.

* De jojo: natuurlijk, die bestaat nog steeds, maar ik denk dat hij nooit meer zo passievol is ontvangen als in de jaren tachtig. Hoe fluoriscerender, hoe cooler. En je was helemaal da bomb als je er meer mee kon dan alleen wat simpel op en neer gaan.

* Plakhandje: een klein, zacht plastic handje dat je tegen dingen aan kon gooien en dat dan bleef plakken.  Zie verder ook vooral ‘De slimey’.

* Rubiks kubus: een puzzel in de vorm van een kubus, met allemaal gekleurde blokjes. Ik was meestal na drie minuten zo gefrustreerd dat de kubus ergens in een doos belandde en maanden genegeerd werd.

Al deze rages herinnerden me weer hoe het is om tijdelijk en masse zó in iets op te gaan – om er daarna van de één op andere dag voorgoed op te zijn uitgekeken. Waarschijnlijk zal loomen ook geen eindeloos leven beschoren zijn.
Dikke kans dat ik over een paar maanden geen elastiekje meer tegenkom in huis.

That reminds me… ik ga snel nog even een armbandje maken.
Nu het nog kan.

 

 

Foto: Thinkstock.