Slaapgebrek? Kwestie van omdenken

18.08.2019 18:30

De dreumes van Renée (13 maanden oud) slaapt nog steeds niet door. Ze probeert er niet aan onderdoor te gaan en ontdekte dat omdenken helpt. Ze deelt haar ontdekking met alle andere tot op het bot vermoeide moeders.

Omdenken. Ik las het gelijknamige boek ooit. Dat is heel dik maar eigenlijk in één zin samen te vatten. Je denkt niet in problemen en negativiteit, maar in oplossingen, mogelijkheden en positiviteit. Dat klinkt goed. Al vind ik een potje zeiken af en toe geweldig opluchten. Vooral tegen een mede-moeder die weet wat ik bedoel wanneer ik zeg dat ik mijn man soms haat, verlang naar een uurtje alleen thuis zijn en om drie uur ‘s middags soms stiekem even heel diep moet zuchten wanneer het tijd is om mijn kinderen op te halen.

LEES OOK: Doorslaapnachten, hoe krijg je die?

13 Maanden geleden alweer kreeg ik een heerlijk dikke, gezellige baby. Net als zijn grote broer is slapen niet zijn hobby. Overdag gaat het prima, ‘s nachts maakt hij er nog steeds een groot feest van. Om 3 uur ‘s nachts begint hij gerust te gillen, waarna ik hem uit bed haal en hij vervolgens breed lachend de gebaren van ‘Klap eens in je handjes’ gaat doen. In de hoop dat ik het bijbehorende liedje ga zingen. Dat wakker zijn ‘s nachts is een paar maanden prima vol te houden, maar inmiddels loop ik op mijn opgetrokken tandvlees.

Wanneer hij wakker werd, trok ik standaard mijn scheld-arsenaal open. Kut. Godverdomme. Allejezus. Kolerezooi. Nou is -ie alweer wakker. What the fuck doe ik verkeerd. Waar heb ik dit verdomme aan verdiend? Ik werd zo boos van binnen. Tot ik hem weer eens midden in de nacht aan het voeden was, naar dat dikke koppie keek en dacht: ik moet niet meer zo boos zijn. Het is wat het is. Het is kut, ja, maar het gaat over. En het kost me de helft zoveel energie als ik niet zo gefrustreerd ben.

Toen ik weer eens klaagde, herinnerde iemand me aan dat boek. “Je moet omdenken,” zei de kinderloze vrouw. Waardeer hoe het is, accepteer het, zei ze. Voor je het weet is het voorbij. En dan zou je willen dat je blakende baby nog eens aan je borst lag. Ze had ook een paar goede voorbeelden van omdenken in het moederschap.

Ik moet niet meer denken:
‘Godverdomme, alweer voor de vierde keer wakker.’

Maar:
‘Wat een geschenk dat ik deze nacht vier keer dat gevoel mag ervaren van in slaap vallen. Dat heerlijke zweverige gevoel van overgaan naar dromenland.’

Ik moet niet meer denken:
‘Hoe moet ik deze dag, na nog een nacht van 4 uur slapen, doorkomen?’

Maar:
‘Ik kom deze dag door op liefde voor mijn baby. Op pure wilskracht en moederkracht.’

Positiviteit in plaats van negativiteit. Kansen in plaats van beperkingen. 

Ik keek de vrouw aan, glimlachte vriendelijk en liep weg. Die avond belde ik een vriendin met niet-slaap-ervaring en zei alles wat ik niet mocht zeggen. We kunnen wel doen alsof het een geschenk is. Iedereen kan me zeggen dat ik moet genieten van die ‘nachtelijke momenten samen.’ Die zijn, zo hoor ik steeds, ‘zo intiem.’ Nou, ik ben liever weer eens intiem met mijn man, die ik door slaapgebrek amper nog aanraak. Dus omdenken? Leuk! Goed idee. Maar ik kies er toch voor om te balen. Want dat is wat ik voel. Een beetje meer positiviteit? Oke, dan voeg ik hopen toe. Dat ik hoop dat deze shit snel voorbij is en ik weer eens 8 (7 of 6 is ook goed) uur achter elkaar kan slapen. Dan ben ik heus wel weer in voor omdenken en dat soort dingen.

LEES OOK: Hoe wij eindelijk weer in de wereld der slapenden belandden.