Waarom mijn borstvoeding compleet mislukte

19.01.2017 19:30

Borstvoeding is het beste voor je baby, had Franke begrepen van de overheid. Dus vond ze het héél belangrijk om borstvoeding te geven, al mislukte ‘Project Borstvoeding’ aan alle kanten. Gelukkig trok de huisarts aan de bel. En wat er mis bleek te zijn, was iets totaal onverwachts…

Lees ook: Sterke (en hilarische) reclame: als mannen borstvoeding zouden geven.

Borstvoeding, zo had ik besloten toen ik zwanger was, dat ging ik geven. Ik had die borsten immers voor die functie aan mijn lijf zitten, dus ik zou ze gebruiken ook. Geen idee wat ik ging doen. Ik had me niet ingelezen over alle mogelijke problemen, ik dacht heel naïef: je zet die baby aan je borst en er komt melk uit. Vriendin D., de enige vriendin die toen al kinderen had, probeerde me al zachtjes te waarschuwen dat het ook zomaar zou kunnen zijn dat die borstvoeding niet zou lukken. Borstvoeding niet zou kunnen lukken? Daar had ik nou nog nooit van gehoord. Ze vertelde me dat ze soms zo’n pijn had dat ze met een washandje tussen de tanden geklemd moest voeden, en deed me haar prachtige Medela-borstkolf cadeau. En ik, ik had geen idee.

De eerste dagen verliepen goed. Nou ja, niet vlekkeloos, maar ik had drie soorten crèmes in huis om de kloven mee in te smeren, een kolfapparaat en ik probeerde zo rustig mogelijk te blijven. Maar zodra de stuwing op gang kwam, begon het gedonder. De kleine kloofjes veranderden al snel in kraters. Ik zal niet te plastisch worden, maar ik kan jullie verzekeren dat het een behoorlijk bloederige boel werd. Ik kreeg een ontsteking aan de ene kant, een opgezwollen toestand aan de andere, en huilend van de pijn voelde ik elke keer bij het aanleggen de messteken door mijn borsten gaan.

Die falende borstvoeding, dat kwam allemaal door mij. Ik legde niet goed aan. Ik was te druk en gestresst waardoor de melk niet op gang kwam. Ik moest meerdere posities afwisselen, zodat de tepel niet telkens op dezelfde manier gemarteld werd. Deskundige na deskundige, van kraamvrouw tot verloskundige tot lactatiekundige, allemaal zaten ze naast me op de bank, te oordelen hoe ik het deed, dat voeden. “Lager aanleggen”, “Probeer eens de rugbyhouding”, “Zie je het gaat best, alleen de eerste tien seconden heb je last van een helse pijn”, “Het hoort erbij, je moet erdoor heen”, “Nog zes weken, dan ben je gewend”. Maar wat ik ook probeerde, het hielp allemaal niets. De pijn bleef, de kloven bleven, de ontstekingen bleven.

Wat ook niet meehielp; tegengestelde adviezen. De één zwoor bij Medela-crème, volgens de ander moest ik juist licht smeren met luierzalf. Van de één moest ik mijn tepels drogen in de lucht, volgens de ander de boel juist stevig inwikkelen, warm bedekt in 16 laagjes. De één zei: “Ga door de pijn” (echt niet gelogen, dames), de ander: “Meteen stoppen, messteekpijnen zijn niet de bedoeling”. Ik had geen idee waarmee ik bezig was. Maar ja, die stem van de overheid bleef me maar achtervolgen: ‘Borstvoeding is het beste voor je baby’. Dus zo sukkelde ik door. Dat het wat problematischer bij mij ging dan bij anderen, begreep ik pas toen iemand zei: “Prima toch, dat kolven? In tien minuutjes klaar!” Tien minuten? Voor 60 cc was ik toch echt drie kwartier kwijt. Per borst. Dus dat pijnlijke aanleggen bleef ik ook doen, want anders was ik echt fulltime aan de kolfmachine. Tja. Twee maanden hield ik dat vol. Toen de boel tegen die tijd nog steeds niet gewend was, ging ik toch maar eens good old fashioned naar de dokter toe.

Mijn dokter, zelf moeder van vier kinderen, keek naar mijn borsten. En zei toen iets wat ik alle voorgaande vrouwen nog nooit had horen zeggen: “Vergeet het, dat gaat überhaupt niet goedkomen.” Verbaasd keek ik haar aan. Had ik iets over het hoofd gezien? En alle vroedkraamlactatiedeskundigen met mij? “Jouw huid is veel te dun, te gevoelig, de kleur van je tepels te licht. Hoe je ook je best doet, je baby zal die kapot blijven maken, je huid is te kwetsbaar. Punt.” Ik barstte, vol van de hysterische hormonen, in janken uit. Maandenlang was ik ervan overtuigd geweest dat het aan mij lag, dat ik verkeerd aanlegde, dat ik een mietje was, dat ik nog even door moest zetten. “Je bent een bikkel,” ging ze verder, “Maar je kunt ook flesjes geven, hè? Of flesjes met borstvoeding afwisselen.” Ook daar was ik even stuk van. Flesjes afwisselen met borstvoeding? Maar je moest die baby toch juist veel aanleggen om de productie op gang te houden? Ze gooide nog een schokker in de groep: “Jij hoeft niet out te gaan van de pijn de hele dag omdat borstvoeding nu toevallig in de mode is…” en gaf me een dikke knipoog.

Zo, en daar ging ik. Opgelucht en blij naar huis. Ik gaf mijn man onze prinses, maakte een flesje en zei: “En vanaf nu gaan we het anders doen.” Zo hield ik het nog een weekje of zes vol, flesjes afgewisseld met de borsten, die nadat ik overgegaan was op combineren snel herstelden. Mijn dochter sliep beter en huilde minder vaak (had ze soms minder honger?!?!), ik werd langzaamaan weer de oude. Mijn huisarts, ik ben haar nog steeds dankbaar voor haar advies toentertijd. Ja, het duurde even voor ik ‘m doorhad, maar wat het beste is voor de baby, is niet automatisch het beste voor mama. En uiteindelijk is dat al helemaal niet het beste voor de baby. Zo zie je maar, soms zit de overheid er ook weleens naast.

Lees ook: Herkenbaar: borstvoedingstruggles in beeld.