Waarom sommige complimentjes best mogen (en je sommige beter kunt laten)

13.11.2014 14:26

Barbara las in de krant dat complimentjes geven best schadelijk kunnen zijn voor je kind. Ze kunnen er onzeker van worden, blijkt uit nieuw onderzoek. Ze schrok dus toen ze er opeens iets uitfloepte: “Je bent een van de beste van de klas toch?”

We hebben morgen een 10 minutengesprek met de juf. Over Felix (8, groep 5). De laatste twee jaar vinden we die gesprekken niet spannend meer. Het gaat heel goed met Felix op school. Hij is snel en slim, en let goed op in de klas. Ze hebben in de klas allemaal programmaatjes voor kinderen zoals hij, die iets sneller zijn dan de rest. Dan krijgen ze een extra boekje of oefeningetje om ze te blijven uitdagen. Dat doet onze school heel knap, zonder een kind meteen bijzonder te maken. Gewoon, zorgen dat ze zich niet vervelen.
Maar toen ik Felix gisteren naar bed bracht vroeg hij: “Mamma, wanneer hebben jullie het 10 minutengesprek?”
“Morgen schat. Wat denk je dat de juf gaat zeggen?”
Hij pakte zijn knuffel. “Ikweenie.”
En toen floepte ik eruit: “Ze gaat zeggen dat het heel goed gaat en dat je heel goed kunt leren. Je bent zelfs een van de beste van de klas toch?”
Opeens schrok ik van wat ik zei. En hij eigenlijk ook.

Met een roze bril kijken
Ik dacht aan het onderzoek waarover ik deze week las in de kranten, over dat complimentjes niet zo goed zijn voor kinderen. “Ouders kijken vaak met een overdreven roze bril naar hun kinderen,” zegt psycholoog Eddie Brummelman die het onderzoek leidde.
Ouders die hun kind overwaarderen werden in het onderzoek keihard betrapt. Ze vroegen deze ouders of ze dachten dat hun kind wist wie ‘Koningin Alberta was’ of waar de Groene Zee ligt. Behoorlijk wat ouders zeiden: ja, hoor dat weet mijn kind wel. Daarna pas viel het kwartje dat die koningin en de Groene Zee helemaal niet bestaan.
Bij de ouders die hier het hoogst bij scoorden, werden ook thuisobservaties gedaan. Ouders met een ‘roze blik’ bleken hun kinderen ook vaker complimentjes te geven. Dat kan averechts werken, weet Brummelman uit eerder onderzoek. “Opgeblazen loftuitingen als: wat een ongelooflijk mooie tekening is dat, kunnen kinderen het gevoel geven dat ze aan een hoge standaard moeten voldoen. Na een goed proefwerkcijfer tegen je kind zeggen dat het erg slim is, kan negatief uitpakken. Als het daarna een slecht cijfer haalt, kan het gaan denken dat het dus niet meer slim is.”

Lief
Daaraan dacht ik dus toen ik Felix zo ophemelde. Ben ik een ouder die met een roze blik naar mijn kinderen kijkt?
Tuurlijk, wie niet?
Ik vind Felix mooi en knap, en ook slim en geestig. Maar ik zie ook zijn tekortkomingen, zijn boze buien af en toe, hoe hij soms onaardig kan doen tegen een vriendje.
En nu zag ik opeens zijn onzekerheid over het gesprek met de juf. Ik voelde aan hem dat hij dacht: “Maar wat als de juf gaat zeggen dat ik ergens niet goed in ben?”
Ik knuffelde hem en zei: “Misschien zijn er dingetjes die de juf ons gaat vertellen die we nog niet weten. Dat je opeens even niet goed bent in iets. Nou, dat geeft ook niks. Dan gaan we dat oefenen. En ook dan blijf je mijn lieve kleine Felix.”
Toen keek hij boos. “Ik ben groot,” zei hij.
“Ja schat dat ben je. En lief.”
Ik gaf hem de allerliefste knuffel en zag hoe hij zich tevreden omdraaide. Sommige complimentjes mogen blijven, vind ik.

 

 

Foto: Thinkstock