Inbakeren doe je zo – en dit heb je eraan

03.04.2020 05:10

Inbakeren is hip, hot & happening. Elke nieuwe baby die ik bij het kraambezoek mag bewonderen zie ik stevig ingesnoerd in het wiegje te liggen. En toegegeven, het ziet er ook wel superschattig uit, zo’n bundeltje baby. Maar hoe werkt inbakeren precies, waar komt het vandaan en kunnen alle baby’s ingebakerd worden?

Tijdens mijn eerste zwangerschap kocht ik in zo’n hippe babywinkel een veel te dure inbakerdoek. Want die stond op mijn uitzetlijstje. Toen hij eenmaal het levenslicht had gezien en ik hem op een avond besloot in te bakeren – want dat hoort bij baby’s, toch? – werd mijn over het algemeen rustige en tevreden zoon woest en begon driftig met zijn armpjes en beentjes te schoppen. Hij wilde eruit! Eenmaal uitgepakt werd hij weer zijn vrolijke zelf, viel zoals altijd vredig is slaap en borg ik de inbakerdoek maar weer op in de kast. Dit was niks voor hem.

Lees ook: 25 Dingen die je niet moet vergeten aan de kraamverzorgster te vragen.

En toen kwam baby nummer 2 en inmiddels zweer ik bij inbakeren. Mijn jongste is een totaal ander kind; druk, wild (soms zelfs driftig) en veel huilen. Hij deed veel korte slaapjes en maaide zichzelf daarbij wakker met zijn armpjes. Ik besloot het inbakeren nog een kans te geven en alsof een wonder zich voltrok: mijn kind werd er rustig van en ook zijn slaapjes werden langer.

Inbakeren is een eeuwenoude techniek die vroeger in Nederland gebruikt werd om geboorteleed te genezen, navelbreuk te voorkomen en ervoor te zorgen dat baby’s een rechte rug, rechte benen en stevige schouders zouden krijgen. De baby werd in een grote linnen doek gewikkeld die met speciale banden werd vastgemaakt, kreeg een soort driehoekig mutsje op om de fontanel te beschermen (en, hoe handig: ook moest werken tegen flaporen). Aan het eind van de 18e eeuw ontdekte men dat het inbakeren zoals destijds werd gedaan de groei van de baby’s belemmerde en dus werd het afgeschaft.

Nu is het inbakeren weer terug, maar met vernieuwde richtlijnen en zo uitgevoerd dat het niet meer schadelijk is voor de groei en heupontwikkeling van de baby. Je wikkelt je baby vanaf de schouders t/m de voetjes in een doek. De armpjes zijn strak tegen het lijfje geklemd en de beentjes vrij. Je kindje ligt lekker ingepakt, eigenlijk net als in de buik! Vooral bij baby’s die moeite hebben om zelf in slaap te vallen, snel overprikkeld zijn, veel huilen of alleen maar korte dutjes doen, kan inbakeren een tovermiddel zijn.

Het is belangrijk dat je een veilige doek gebruikt (dus niet te groot of te dik). Bij een pasgeboren baby kun je het best een gewone hydrofielluier gebruiken, maar als je kindje wat ouder wordt, ga dan op zoek naar een geschikte inbakerdoek. Je hebt tegenwoordig ook kant-en-klare inbakerdoeken met klittenband te koop. Veilig en snel. Op Youtube staan genoeg filmpjes ,of vraag ernaar bij je Consultatiebureau. Ook je kraamverzorgster kan het voordoen. Of oefen eerst even met een pop voordat je straks met een krijsende baby ligt te worstelen.

Inbakeren moet je afbouwen als je baby 6 maanden oud is en/of al kan omdraaien. Ingebakerde baby’s moeten namelijk altijd op hun rug slapen. Voor het afbouwen heb je speciale schema’s en methoden. ‘Cold turkey’ stoppen kan natuurlijk ook, maar houd wel in je achterhoofd dat dat ’s nachts problemen kan opleveren. Je eerst zo veilig ingepakte baby’tje heeft nu alle vrijheid om zich om te draaien en met zijn armen en benen te zwaaien. Dag nachtrust…

Heeft jouw baby heupproblemen, is hij net ingeënt, heeft ‘ie koorts/verkoudheid/eczeem, of spuugt ‘ie veel, dan is inbakeren niet geschikt. Twijfel je, overleg dan even met het Consultatiebureau.

Lees ook: Keuzes die ik gemaakt heb als moeder en waar ik dus geen spijt van heb.