Waarom ik blij ben dat mijn baby met een hond opgroeit

Een speelkameraadje, een extra paar ogen en een wandelende stofzuiger. Plus natuurlijk die schattige foto’s. Eigenlijk vindt Annemieke dat iedere baby een hond zou moeten hebben. Waarom? Hierom.

Vrienden voor het leven

Aangezien er geen tweede kind komt en ik ook geen zin heb in vervelende koters over de vloer, is het maar wat handig dat mijn dochter de hond heeft. Heeft ze in ieder geval een speelkameraadje als ze later wat groter is. Zielig? Welnee. Vrienden voor het leven juist. En veel minder kans op ruzie dan wanneer ze met andere kinderen speelt: ik denk namelijk niet dat het onze hond wat interesseert of ‘ie nou Anna, Elsa of Olaf moet zijn als ze samen Frozen naspelen.

Ze leert omgaan met dieren

Als Zoë snapt dat je een hond met opgetrokken mondhoeken, ontblote tanden en staart tussen de benen beter met rust kan laten, is de kans kleiner dat ze in de toekomst gebeten wordt. Scheelt weer een hartverzakking als ze dadelijk kan lopen en besluit zonder te vragen een pitbull of dobermann te aaien.

Het is goed voor de gezondheid

Opgroeien met hond houdt je kind gezond, dat blijkt uit talloze onderzoeken. Zo hebben baby’s die in hun eerste levensjaar veelvuldig met honden in aanraking komen minder kans op oorontsteking, verkoudheid of snotneuzen. Ook eczeem en astma komt minder voor bij kinderen die opgroeien met een harige viervoeter. Bovendien hebben koters met honden minder last van stress.

Ze krijgt geen angst voor honden

Als er iets zielig is, is het wel kinderen die bang zijn voor honden. Vooral als daar geen enkele reden voor is. Opgroeien met een viervoeter, mits de koters goed afgericht zijn en Hector/Fifi ook een beetje luistert, voorkomt dit.

De hond biedt extra bescherming

Drie paar ogen zien meer dan twee. Dribbel gaat automatisch in bodyguard-modus als iemand anders dan K. of ik Zoë vast heeft en slaat meteen alarm als ze huilt, dus die babyfoon is bij ons overbodig.

Ze leert dat iedere dag wandelen heel normaal is

Een hond maak je blij met een wandeling, een stok of een bal. Niet met een iPad of TV. Hop, naar buiten en bewegen.

Het zorgt voor meer zelfvertrouwen

Uit onderzoek blijkt dat kinderen die hun kindertijd doorbrengen met een hond de helft minder kans hebben om later een angststoornis te ontwikkelen dat kids die het zonder hijgende viervoeter moeten doen. Fikkie geeft kinderen zelfvertrouwen, wat ook de reden is dat sommige bibliotheken en scholen een speciale voorleeshond hebben voor kinderen met leesachterstanden.

Ze wordt geen watje

Onze hond is soms nogal lomp. Vooral als ‘ie met andere honden speelt. De kans dat Zoë een keer overhoop gelopen wordt, acht ik ergens tussen de 99 en de 100%. Geen probleem, dan wordt ons kind tenminste geen watje. Ook zal ze vast wel eens een knauw krijgen als ze een jaar of vier is en meent Dribbel aan zijn oren of staart te mogen trekken. Zielig? Welnee, zo leert ze respect.

We hoeven minder schoon te maken

Onze hond staat ook wel bekend als de wandelende stofzuiger. Als mijn baby dadelijk een Terrorpeuter wordt die haar broodkorstjes of bord met spaghettislierten op de grond smijt, wil Dribbel vast wel helpen opruimen. Handig!

Het levert ultiem schattige foto’s op

Ja, een heel oppervlakkig argument – en zeker geen reden om een huisdier te nemen. Maar aangezien we er al eentje hebben, maak ik hier volop gebruik van. Want iedereen weet dat foto’s van baby of dreumes met hond de allerleukste zijn.

Annemieke kreeg de schrik van haar leven toen er zomaar twee streepjes op die test stonden. Met haar vriend K., baby Zoë en hond Dribbel (die naar alle kinderen onder de 10 gromt) woont ze in Spanje.

Lees ook: 16 huisdieren met gemengde gevoelens over de zwangerschap