Borst het best? Dat valt wel tegen.

28.03.2017 10:37

De afgelopen jaren was het voedingscredo: breast is best. Borstvoeding zou namelijk allerlei voordelen hebben ten opzichte van flesvoeding. Op gezondheidsniveau, maar ook voor de cognitieve ontwikkeling van een kind. Echter, nieuw onderzoek schijnt een ander licht op de zaak. Want een aantal van die voordelen lijken nu eigenlijk te verwaarlozen.

Het was een argument waar fanatieke borstvoedingsvoorstanders graag mee schermden: moedermelk zou er niet alleen voor zorgen dat kinderen beschermd werden tegen dingen als astma, eczeem en voedselallergieen, daarnaast had het cognitieve voordelen: kinderen zouden er slimmer van worden, later aangetoond een hoger IQ hebben dan hun leeftijdsgenootjes die met de fles gevoed waren. Wilde je dus écht het allerbeste voor je kind? Dan was borstvoeding, just so you know, eigenlijk the only way to go. En nou ja, we willen toch allemaal het beste voor onze kinderen?

Lees ook: Waarom ik baby’s doodeng vind.

Echter, een nieuwe studie, gisteren gepubliceerd in Pediatrics, haalt deze beweringen nu onderuit. De wetenschappers volgden zo’n 8000 kinderen die op verschillende punten in hun ontwikkeling (t/m de kleuterleeftijd) getest werden op hun cognitieve capaciteiten. Te zien was dat hoewel de borstgevoede kinderen tijdens de eerste drie levensjaren iets beter scoorden (maar niet genoeg om een daadwerkelijk statistisch verschil te kunnen aantonen), dat verschil volledig verdwenen was tegen de tijd dat de kinderen vijf jaar oud waren. “Een direct causaal verband tussen het hebben gekregen van borstvoeding en de cognitieve ontwikkeling van een kind hebben we niet kunnen aantonen”, vertelt Lisa-Christine Girard, auteur van het onderzoek. Waaruit, in ieder geval gebaseerd op deze uitkomsten, dus geconcludeerd kan worden dat borstvoeding op dit gebied helemaal niet ‘beter’ is dan flesvoeding.

Een uitkomst die voor de wetenschappers weinig verrassend is. De ontwikkeling van een kind is namelijk onderhevig aan zoveel meer factoren dan alleen het soort voeding dat het krijgt, leggen ze uit. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan het sociaal-economische milieu waarin ze geboren worden en het opleidingsniveau van de ouders. Hoogopgeleide moeders geven meestal vaker borstvoeding en zijn doorgaans meer geneigd om er een gezonde levensstijl op na te houden, nemen minder gezondheidsrisico’s en stimuleren hun kinderen doorgaans ook meer en eerder dan moeders die lager zijn opgeleid. Dat hun kinderen zich dan cognitief beter en/of sneller ontwikkeling ligt dan dus naar alle waarschijnlijk niet zozeer aan die borstvoeding, maar is het resultaat van heel veel variabelen bij elkaar opgeteld. En juist die variabelen worden in vergelijkingen tussen borst,- en flesgevoede kinderen vaak niet meegenomen.

Tegengeluid is er natuurlijk ook. Door sommige kinderartsen wordt gewezen op eerdere studies, waaruit wel is gebleken dat het IQ van borstgevoede kinderen gemiddeld iets hoger ligt dan bij flesgevoede kinderen en dan zijn er altijd ook nog de puur fysieke voordelen van moedermelk. Daarom wordt nog steeds aangeraden een baby in ieder geval zes maanden borst te geven. Maar breast is best? Dat lijkt dus toch wat kort door de bocht. Want hoewel moedermelk ontegenzeggelijk goed en gezond is voor een baby, is hoe hij zich ontwikkelt waarschijnlijk veel meer het gevolg van hóe hij wordt grootgebracht, dan van waarmee. Misschien moeten we daarom gewoon eens ophouden met te praten over wat ‘het beste’ zou zijn. Zodat iedere moeder zich goed kan voelen over de keuze die zij maakt. Want waar dat kinderbrein voornamelijk op groeit is de liefde en de verzorging van de ouders. En die komt niet uit een borst en niet uit een fles. Die komt gewoon uit het hart.

Lees ook: Hoe ik over het hoofd zag dat mijn baby te weinig eten kreeg.