26 dingen die je denkt tijdens de eerste nacht thuis met je baby

18.11.2022 06:00

Heeft ie het niet te warm? Te koud? Moet ik hem wakker maken? Of niet? Leeft ie nog wel?! Het is wat, die eerste nacht met je baby…

Toen Casper werd geboren, was ik daarna door de combinatie van bevalling en bloeddrukverlagers een beetje shaky. Dus mocht ik kiezen: shaky naar huis of een nachtje in het ziekenhuis blijven. Wat volgde was een nacht met de luxe van een help-mijn-baby-huilt-en-ik-heb-iemand-nodig-die-weet-waarom-knop binnen handbereik. Nacht twee, thuis, zag er echter een beetje anders uit. Drie keer porde ik hem per ongeluk wakker omdat ik ervan overtuigd was dat hij niet meer ademde. Ik ging van drie dekentjes (het was hoogzomer en bloedheet, ook ’s nachts) naar nul en toch maar weer één, en moest ik hem niet inbakeren ofzo? Opluchting all over toen om half acht de kraamverzorgster aanbelde en ik mijn baby in elk geval een nacht lang in leven had weten te houden. Wel een nacht vol gedachten. Zoals deze.

Lees ook: 41 dingen die je denkt tijdens nachtvoedingen

  1. Ik durf dus echt niet te gaan slapen.
  1. Straks gaat ie huilen en dan hoor ik het niet.
  1. Of gaat ie niet huilen en dat is ook niet goed, want hij moet elke drie uur drinken, zei de verloskundige nog.
  1. Waarom is ze hier eigenlijk niet? Ik kan dit zoooo niet.
  1. Ik heb een nachtkraamverzorgster nodig.
  1. Zou zoiets bestaan?
  1. Er is wel een telefoonnummer, maar wat heb ik daaraan?
  1. Ik ben echt gesloopt door die bevalling trouwens.
  1. Ik weet niet of ik mijn kind wel durf op te pakken. Straks doe ik het fout en dan breek ik het nekje,
  1. Hè gatver, wat een nare gedachte. Ik wil dat helemaal niet denken.
  1. Zou ik ‘m wakker moeten maken voor een voeding? En moet ik dan de wekker zetten? En elke keer z’n luier verschonen? Of zou dat niet hoeven?
  1. O mijn god, ik heb gewoon een baby. EEN BABY.
  1. Wat een verantwoordelijkheid.
  1. Nog even kijken. O, kijk ‘m nou liggen daar in z’n wiegje.
  1. …snik…. hij is gewoon zo… perfect…
  1. Goed, ik denk dat ik dan toch maar gewoon ga slapen.
  1. Hoewel, misschien moet ik ‘m nog even temperaturen. Straks heeft ie het veel te koud. Of te warm. Met twee dekens. Misschien toch eentje minder. Of meer. Moet ie trouwens geen slaapzak aan?
  1. Nou ja, misschien is het wel gewoon goed zo. Aangezien ie diep in slaap is.
  1. Wel heel diep trouwens. Is dat normaal? Hij beweegt helemaal niet.
  1. LEEFT IE NOG WEL?
  1. O ja, gelukkig, hij ademt toch wel.
  2. Hoe laat is het eigenlijk? O, 2.55 uur.
  1. Ik geloof dat dit voorlopig mijn leven gaat zijn. Wakker op tijdstippen dat iedereen slaapt. Behalve de mensen met een baby dan.
  1. De laatste keer dat ik op dit tijdstip wakker was, stond ik in de kroeg.
  1. Oké, slapen nu. Rust pakken. Is belangrijk. Licht uit. Ogen dicht.
  1. Ik ben klaarwakker.

Lees ook: Een nachtzuster om jonge ouders in de eerste weken hun rust te geven… Willen we dat?