Weet je waar mijn kinderen gelukkig van worden? Elke dag een hele zak met snoep leeg eten. Vier uur achter elkaar tv kijken. Ieder weekend een nieuwe doos Lego. Héél gelukkig worden ze daarvan. Ik was alleen niet van plan om dat toe te staan. Natuurlijk zijn dit wel heel makkelijke voorbeelden, want waar een kind uiteindelijk echt gelukkig van wordt is liefde en geborgenheid, vrijheid, de kans krijgen zich te ontwikkelen en noem nog maar eens wat van die grootse dingen des levens. En ja, ik hoop met heel mijn hart dat die drie van mij later de gelukkigste mensen op aarde worden. Dat gun ik ze van harte. Maar wat ik vooral wil is dat ze een vervuld, compleet leven leiden. En dat is toch wat anders.
Lees ook: Als je kind opeens preuts wordt.
Gelukkig zijn is tegenwoordig een ding, bijna een soort statussymbool. We accepteren het steeds minder om verdriet, pijn, boosheid, of een andere vervelende of moeilijke emotie te voelen. Helemaal als het gaat om onze kinderen. Kinderen van tegenwoordig lijken wel een in soort permanente staat van geluk te moeten verkeren, anders gaat er in onze optiek iets niet goed. Wat we ze leren is dat je alleen gelukkig kunt zijn als factoren van buitenaf ervoor zorgen dat ze altijd ‘bevredigd’ zijn. Televisie, spullen, voedsel, we geven het ze in overvloed, alleen maar om ervoor te zorgen dat ze altijd verzadigd zijn. Ik doe het ook, bijna automatisch. Maar eigenlijk wil ik ze liever andere dingen meegeven. Dingen die hen zullen vormen. Waardoor ze, uiteindelijk, waarschijnlijk gelukkiger zijn dan als ik ze die niet zou leren. Zoals:
* Het durven aangaan van uitdagingen.
* Nieuwsgierig durven zijn, vragen durven stellen en ervaringen opdoen (ook als die minder leuk zijn).
* Empathie en compassie tonen voor de wereld en de mensen die erin leven.
* Aardig en vrijgevig zijn voor iedereen om hen heen.
* Een verschil maken in de levens van degenen die ze tegenkomen.
* Geloven in zichzelf en de bijdrage die ze leveren aan de wereld (ook al is die misschien maar klein).
* Zelfverzekerd in het leven te staan.
* Af en toe bang zijn en die angst vervolgens overwinnen.
* Creativiteit en ideeën de vrije loop durven laten, durven experimenteren om te zien wat ervan komt.
* Risico’s durven nemen en dan falen, zodat ze kunnen leren wat het is om te vallen en weer op te staan.
* Durven claimen waar ze recht op hebben, maar vervolgens ook in staat zijn om te delen wat ze hebben.
Geluk is niet iets dat je kan worden aangeboden op een zilveren schaaltje, of dat je gewoon zomaar kunt ‘kopen’. Geluk is iets waar je naar moet streven en vooral: heel hard voor moet werken. Iedere dag weer. En dat wens ik voor mijn kinderen. Dat ze hard moeten werken. Zodat de vruchten die ze daar dan later weer van plukken, heel, héél erg zoet zullen zijn.
Lees ook: Temperamentvolle kinderen: de voor, en nadelen.
Vala van den Boomen (38) is moeder van drie kinderen: een zoon van 10, die autisme heeft, en twee dochters van 8 en 4 jaar die beiden het Syndroom van Ehlers-Danlos hebben (net als zijzelf). Op Me-to-We schrijft ze over het reilen en zeilen in haar enigszins gemankeerde, maar wel erg leuke gezin. Met haar artikelen hoopt ze andere moeders een hart onder de riem te steken en wat nuchterheid (en het nodige sarcasme) te brengen in de hysterie die het ouderschap van tegenwoordig vaak is. Je vindt haar verhalen ook op Vala.nl.