Waarom jonge ouders recht hebben op extra vrije dagen

11.12.2015 18:30

Martijn Adelmund (38) is schrijver en poëet. Hij studeerde Taal- en Cultuurwetenschap in Utrecht, waarna hij voor diverse media boeken en films recenseerde. Sinds januari 2015 is hij de stadsdichter van Wageningen. Hij is getrouwd met Catalijn en samen hebben ze drie dochters. Hij is van mening dat ouders wel recht hebben op wat extra vrije dagen. Zeker in het griepseizoen. 

Wat mensen je niet vertellen over de tijd met jonge kinderen is dat je zéker twee maanden per jaar een dikke streep in je agenda moet zetten – zo in oktober en in februari. Of beter: scheur de pagina’s er uit. Die tijd is niet van jou, die is van de ziektekiemen. Na de twee langste vakantieperiodes in het jaar heb je weken lang gestreden tegen de hoofdluis. Je kind lijkt eindelijk weer aan het ritme gewend te zijn. Misschien slaapt het ’s nachts zelfs wel door; er lijkt geen vuiltje aan de lucht. En juist dan moet je opletten. Als je erg opmerkzaam bent, vallen je misschien de kuchjes en de snotneuzen op – de eerste tekenen voordat het echt te laat is. Als je erg opmerkzaam bent, dan wapen je je vooraf met groentesapjes, vitaminesupplementen, vroeg naar bed en onuitspreekbare middeltjes zoals oscillo… oscillo… oscillococcinum.

Lees ook: Als je van klussen houdt, moet je kinderen nemen.

Ik ben niet zo iemand. Bij ons vallen ze gewoon om, één voor één. Bij de rest van de ouders trouwens ook – de oscillodinges ten spijt. Halve kleuterklassen zijn leeg in die maanden en de juffen vinden het normaal. Ze zouden het net zo goed aan de schoolagenda kunnen toevoegen. Twee keer per jaar slepen we ze door die maanden heen, twee keer per jaar zeg ik werkafspraken af omdat ik één of meerdere zieke kinderen thuis heb, omdat ik zelf half overspannen ben of omdat Catalijn het niet meer redt. Want de rest van de wereld draait door.

Een vriend uit Utrecht (let wel: 50 kilometer verderop) heeft me eens opgebeld met de vraag of ik met zijn enige niet-zieke kind even een filmpje kon kijken, zodat hij anderhalf uur kon slapen. Zijn vrouw hing ondertussen kotsend boven de wc. Zijn twee andere kinderen lagen met koorts op bed. Kort daarna moest hij weer naar het werk, doen alsof er niets aan de hand was.
Zitten we niet allemaal in hetzelfde schuitje? Door onze slimmigheid lopen we de kantjes er af, maar zou het niet veel makkelijker zijn als we elkaar zouden steunen? Mantelzorg mag het vast niet heten, maar wat wij meemaken is niet normaal. Daarom hebben we recht op extra vrije dagen. Omdat we die toch niet gaan krijgen, stel ik het volgende voor: laten we een codewoord afspreken, zoiets als ‘Doelgroepenbeleid 2.0”’ – dat klinkt nuttig. Dan blokken we twee maanden per jaar een heleboel uren in onze agenda’s, of werken we dagen thuis, aan dit project. We halen het een andere keer wel weer in. Niemand die het doorheeft.

Lees ook: Waarom je de bevalling niet samen meemaakt.