Waarom je je kind een zakmes moet geven en uit een boom moet laten vallen

18.02.2022 18:00
Waarom je je kind een zakmes moet geven en uit een boom moet laten vallen

Uit onderzoek blijkt dat ouders van tegenwoordig kinderen te weinig risico’s laten nemen, wat hen schaadt in hun motorische ontwikkeling en hun zelfvertrouwen. Het advies is dan ook: geef je kind een zakmes en laat ‘m in de hoogste bomen klimmen. Hij overleeft ’t wel. De vraag is alleen: wij ook?

Ik weet niet hoe ’t met jou zit, maar sinds ik kinderen heb schijt ik zeven kleuren bagger. Omdat ik bang ben dat ze iets overkomt. Dat ze ziek worden bijvoorbeeld, gegrepen worden door een kinderlokker in een groezelig Volkswagenbusje, of aangereden worden door een tram. Maar waar ik nog banger voor ben is dat ze een huis-tuin-en-keuken ongeluk krijgen. Bijvoorbeeld dat ze hun slagader doorboren met een mes als ze een boterham smeren. Dat ze al hun tanden uit hun mond vallen op straat als ze de tien meter naar de speeltuin verderop rennen. Of dat ze in diezelfde speeltuin headfirst uit het klimrek donderen met permanente hersenschade tot gevolg. Van dat soort gedachten kan ik ’s nachts uren wakker liggen. Het liefst zou ik mijn kinderen permanent met een valhelm en kniebeschermers uitdossen. Maar daar protesteren ze tegen en daarom zie ik maar één andere oplossing: ze mogen gewoon niks. Dat is veiliger. En het is mijn taak als moeder om ze veilig te houden. Toch?

LEES OOK Dingen die je bij je tweede kind dus niet meer gaat doen.

Pas op, kijk uit!

Niet helemaal. De nieuwste onderzoeken op het gebied van kinderen en hun ontwikkeling laten zien dat kinderen die vanaf de kleuterleeftijd door hun ouders vrij gelaten worden om riskante spelletjes te spelen beter in staat zijn risico’s in te schatten dan kinderen met zogenaamde helikopterouders. Daarnaast blijkt dat ze beter in staat zijn om conflicten op te lossen en emoties van speelmaatjes te herkennen. Probleem is dat steeds minder kinderen van hun ouders de vrijheid krijgen om vrij te spelen. We zijn een generatie van angsthazen geworden. Niet alleen laten we onze kinderen liever binnen met de tablet dan dat we ze naar buiten gooien met een knapzakje brood, we ondermijnen met ons ‘pas op, kijk uit!’ gedrag ook nog eens hun natuurlijke ontwikkeling. Met als resultaat dat onze kinderen later alsnog in zeven sloten tegelijk lopen.

Geen vertrouwen

Onderzoekers pleiten ervoor om vooral een oogje toe te knijpen als je kind aan het waaghalzen slaat. Wil je kind in de keuken helpen met koken? Geef het dan vooral die dunschiller, of dat schillemesje. Zit jouw kleuter in de speeltuin opeens bovenin in het klimrek? Klim dan vooral niet zelf naar boven om je kind eruit te halen. En ga ook niet op de grond staan schreeuwen dat-ie voorzichtig moet doen. Daarmee leer je je kind alleen maar dat er blijkbaar reden is voor zorg en, erger nog, dat je geen vertrouwen in hem hebt. Daar word je kind bloednerveus van en raakt spontaan z’n mojo kwijt. Waardoor de kans aanzienlijk is dat-ie inderdaad naar beneden stort. En dat is dan niet zijn schuld, maar de jouwe, omdat jij zo stond te hyperen.

Angsthaas gekweekt

Bij mijn zoon stond ik doodsangsten uit, bij wat alles wat hij deed. Ik hielp hem daarom met álles, of ik verbood hem dingen te doen, omdat ík het eng vond. Toen ik een tweede kind kreeg had ik daar geen tijd meer voor en toen bleek ik een enorme angsthaas gekweekt te hebben. Waar andere jongetjes van zijn leeftijd moeiteloos alle speeltoestellen in de speeltuin bezwoeren, stond mijn kind jammerend en bibberend onderaan de glijbaan. Dat is nooit helemaal voorbij gegaan. Zijn zusjes heb ik veel meer haar gang laten gaan met als resultaat dat zij inderdaad motorisch een stuk beter uit de verf komen dan hun broer. Niet dat dat voor mij eenvoudig is, want iedere keer als we in de speeltuin zitten loopt het mij dun door de broek van pure doodsangst. En iedere keer als we thuiskomen dank ik God weer op mijn blote knieën dat ik met net zoveel kinderen ben thuisgekomen als ik weg was gegaan.

Kinderen hebben is doodeng. Ze lopen in zeven sloten tegelijk, ook als je ze dat nadrukkelijk verboden hebt. Je hebt van die moeders die gewoon hun schouders ophalen als hun kinderen op een stoeprand hun hele melkgebit uit hun mond vallen. Niet omdat dat slechte moeders zijn, maar omdat het er nou eenmaal bij hoort. Kinderen maken brokken. Geschaafde knieën, gebroken armen, blauwe ogen, er zijn maar weinig ouders die nooit met een bloedend kind op de Spoedeisende Hulp terechtkomen, of de basisschooljaren door weten te komen zonder een fortuin te spenderen aan betadinepleisters. En hoewel je niet alle ongelukken kunt voorkomen, komen ze er meestal zonder al te grote kleerscheuren vanaf. Als ouder kun je maar beter een dikke huid kweken en een EHBO cursus volgen, dan ben je voorbereid als je tijdens een potje buurtvoetbal het splinterende gekraak van je zoons brekende botten hoort. Want hoewel dat op dat moment zelf niet heel erg leuk is, heeft het blijkbaar wel pedagogische waarde. En het doel heiligt toch de middelen.